Het is 10 juni, de dag waarop ik Turkmenistan moet verlaten. Nou, daar heb ik geen enkel probleem mee. Alhoewel niet alle ervaringen negatief waren, is mijn algemene mening over dit land wel duidelijk. Ik heb er dan ook geen enkele moeite mee om mijn bed uit te komen en richting de grens te rijden. Hopelijk laten ze mij zonder al te veel problemen het land uit.
Het is niet ver, een kilometer of tien en daar is het grote hek wat mij de vrijheid gaat geven. Bij de grens aangekomen staan er al twee andere motorrijders. Dat is wat. Hier ontmoet ik dan eindelijk andere reizigers op twee wielen. We gaan naar de eerste horde, de paspoortcontrole en wat schets mijn verbazing: de ene man mag niet door. Zijn visum eindigt pas morgen. Hij wordt zonder pardon terug gestuurd. Je zou toch denken dat ze ons liever kwijt dan rijk zijn. Niet veel later zie ik Benoit, de Zwitser, die ik in de woestijn heb ontmoet ook bij de grens aankomen. Het rare is, dat ook hij eigenlijk pas morgen het land uit mag, maar met een bankbiljet in je paspoort kan je dus heel wat regelen hier.
Daar wordt zelfs naar gevraagd. Er loopt een jonge dienstplichtige militair rond die mij ronduit vraagt om hem geld te geven. Dan kan hij studeren. Dat kan als je de juiste vooropleiding hebt of als je er voor betaald. Niet dat je je dan kun verheugen op een uitgebreid voortraject van ‘wat zal ik eens gaan studeren en waar’, want dat wordt voor je bepaald. Ben je dan eindelijk klaar, dan mag je betalen om een baan te krijgen. Er is geen enkele zekerheid. Wat een land…
Ik weiger extra te betalen bij grenzen, uit principe. Hoe meer mensen dit doen, hoe normaler het wordt. Het duurt dan wel even voordat ik de grens over kan. Formulieren invullen, niet goed, weer overnieuw. De andere motorrijder spreekt alleen Duits en ik moet hem echt even helpen om alles begrijpelijk te krijgen. Hij is als eerste door de papierwinkel heen en vertrekt zonder enige groet. Blijkbaar een Turkmeens virusje opgelopen 😉 .
In Uzbekistan staat mij nog wel een verrassing te wachten. Na een aantal kilometer niemandsland, word ik toch wel erg streng gecontroleerd. Maar dan na, na een uur of drie ben ik door beide grensposten. Khiva is mijn doel voor vandaag en dat is gelukkig niet echt ver, zeventig kilometer. De weg is best goed te noemen: asfalt met een paar gaten hier en daar. En weer de opmerkelijke verandering van omgeving. Veel langgerekte dorpen langs de weg. Landbouw speelt hier de hoofdrol en het is duidelijk hooitijd. Overal zie ik mannen en vrouwen aan het werk op het land om het hooi binnen te krijgen. De voertuigen lopen uiteen van vrachtwagen tot fiets of ezel. Met de veranderingen komt ook een rust en de bijna tastbare vrijheid. Het blijft mij verwonderen dat dit echt voelbaar is. Ik geniet van de rit naar Khiva ondanks de hitte. Na minder dan een uur bereik ik het stadje.
De waypoints van Walter brengen mij direct naar het oude deel van de stad: geheel ommuurd, heel bijzonder. Er zijn maar weinig plekken waar je het oude stadsdeel in kan. Mijn Garmin leidt mij naar de ingang bij de bazaar. Het staat daar vol met mini busjes, HET vervoermiddel hier. Een soort van deeltaxi’s. Al zigzaggend bereik ik de opening en rij de binnenstad in. Ver kom ik niet, maar gelukkig zie ik direct rechts van mij al een aantal Hostels opdoemen. De eerste de beste ziet er ook nog eens prachtig uit! Orzu heet de B&B. Ik loop er heen en word vriendelijk ontvangen door de man des huizes, Hakim. Het is een prachtig huis, ziet er nieuw uit en dat blijkt ook zo. Het is nog niet zo lang geleden helemaal gerenoveerd. Sommige meubels zitten zelfs nog in het plastic. Ik ben bang dat ik verder moet zoeken omdat het echt te duur zal zijn. En ja hoor. Dertig euro per nacht. Te veel. Ik wil weglopen, maar Hakim vraagt mij wat ik er voor over heb. Ik zeg eerlijk dat mijn maximum op vijftien euro ligt (eigenlijk ook al veel te veel, maar dat heb ik voor dit onderkomen wel over). Ik verwacht niks, maar tot mijn verbazing sluiten we een deal op vijftig dollar voor drie nachten. De motor kan op de binnenplaats en de kamer blijkt keurig, met gloednieuwe badkamer met ligbad! Heerlijk.
Het is op de eerste verdieping en dat is het enige nadeel. Ik strompel nog steeds rond met mijn pijnlijke rechter voet en sinds kort ook gehavende linker been. Ik blijk bij de val in de woestijn mijn been te hebben gestoten. Ik denk dat ik klem heb gelegen met de voetsteun precies op mijn scheenbeen. Er zit een wond, maar vervelender: mijn hele been is dik en behoorlijk blauw. Raar. Ik heb er niks van gemerkt. Zag alleen het wondje gisteren, maar dat was toen al zo goed als dicht.
Hakim lijkt een fantastische gastheer en binnen no time zit ik aan de thee met koekjes. Heerlijk even tot rust komen, het tempo kan er eindelijk uit. Ik ben door het smalste deel van de zandloper gekropen, zo voelt de snelle passage door Turkmenistan, en nu kan ik weer ademen.
Drie nachten blijf ik hier. Vandaag doe ik sowieso niks, morgen rust ik uit en overmorgen zal ik eens kijken wat er hier allemaal te zien is. Er zijn een paar dingen die geregeld moeten worden. Ook hier blijken dollars het betaalmiddel te zijn in de onderkomens, hoewel het geen wet van meden en persen is. Die heb ik dus echt nodig, maar dat zal lastig worden hier in Khiva. Het laadsnoer van de laptop, wat altijd al een drama geweest is, heeft het nu echt begeven en helaas werkt de powerbank niet (het snoertje denk ik) om hem op te laden. Het is sowieso behoorlijk lastig om mijn site en Facebook te voorzien van tekst en plaatjes. Vooral het uploaden van foto’s blijkt een bijna onmogelijke zaak met de slechte wifi/ internetverbindingen waarvan ik afhankelijk ben. Ook hier is het internet te zwak om foto’s te laden.
Via Hakim krijg ik een adres van een zaak waar laptoppen gerepareerd worden. Ik heb er niet zoveel vertrouwen in en baal al bij het vooruitzicht mijn laptop helemaal niet meer te kunnen gebruiken. Een herhaling van de reis in 2012, waar een deel van mijn uitrusting, waaronder mijn laptop, het heeft begeven vanwege een hevige regenbui. Maar ik doe toch een poging. De reparateur gaat de zaak met ernst aan en neemt letterlijk mijn snoertje onder de loep. Na een kwartiertje puffend in de zon die de winkel binnen schijnt en de nodige oponthoud vanwege allerlei klanten en vrienden die in en uit lopen, zegt de man, dat het een lastig karwei is en dat hij twintig dollar verlangt voor zijn werk. Natuurlijk ga ik daar niet mee akkoord en komen we na een korte discussie uit op uit op vijftien, waarbij ik wel aangeef dat ik alleen betaal als het snoer het ook echt doet. Er volgt weer een lange warme wachttijd maar uiteindelijk zie ik bij een poging het groene lampje op de stekker branden. Yes! Dit had ik nooit verwacht! Laten we eerlijk zijn: in NL mag je direct tachtig euro wegtikken voor een nieuw snoer. Het stekkertje blijkt nog niet geheel stabiel en er komt nog een letterlijke lijm poging aan te pas om het geheel te vervolmaken. Poe, wat ben ik blij! Hopelijk houdt het ook nog de komende maanden. Wel vraagt de man nu meer geld omdat hij lijm heeft moeten gebruiken, maar daar trap ik niet in. Met een lach betaal ik hem de vijftien euro, gesteund door een vriend van hem notabene, die dat ook geheel terecht vindt en loop super blij de winkel uit. Mijn taak voor vandaag zit er op. Nog even naar de bazaar om wat voedsel in te kopen en dan achter de laptop en heerlijk lezen. Wat een genot! Lekker ‘niks’ doen.
Khiva was mij aangeraden via vele blogs. Het ligt niet op de meest voor de hand liggende route. Het was de reden om in Turkmenistan te kiezen voor de noordelijke, langere route. Ik ben benieuwd naar het oude stadsdeel waar ik inmiddels al anderhalve dag aan de rand van vertoef. Gewapend met camera ga ik op pad. Ik loop nog behoorlijk beroerd vanwege mijn pijnlijke rechtervoet en de schijnbaar willekeurig gelegde keitjes die als weg dienen, helpen niet echt om mijn ongemak te verzachten. De omgeving maakt veel goed. Er zijn nog niet veel toeristen en precies op deze dag is er ook nog eens geen zon. Het dreigt zelfs te gaan regenen. Heb ik weer! Dit is positief voor de temperatuur maar hopelijk worden de foto’s toch nog wat. Via een ex patiënte heb contactgegevens doorgekregen van een vriend van haar, die hier in de buurt in de toeristenbranche werkt. Omdat Hakim hier in Khiva voor het toeristenbureau werkt, heb ik hem gevraagd of hij Ruslan kent en ja hoor, binnen no time had ik Ruslan aan de telefoon en hebben we voor vandaag afgesproken. Het is nog niet zo laat, we hebben rond het middaguur afgesproken, dus ik vul mijn tijd met rondwandelen door het oude stadsdeel. Zoals altijd ben ik meer fan van de straatjes achter de highlights, waar het normale leven zich afspeelt en al gauw beland ik tussen de dieren in tuintjes en het wasgoed. De highlights zijn zeker ook de moeite waard. Ik hou van de met prachtige gekleurde mozaïek stenen bedekte torens, madrassa’s (=school/universiteit) en moskeeën. Het zijn mijn favoriete kleuren: het zand opgefleurd met allerlei variaties van turkoois. Natuurlijk is het ook mogelijk om de verschillende gebouwen en musea te bezichtigen. Daar is een ticket voor nodig. Alhoewel ik helemaal niet vaak aan geld denk, staat mij de twaalf dollar die ik voor het ticket moet betalen niet aan. Ik ben geen museum fan, heb niet genoeg geduld voor al die details en word al gelukkig van wat ik nu zie. Op zoek naar Ruslan dan maar. Ik vind hem in een huis op een prachtige centraal gelegen plek wat duidelijk verbouwd wordt. Het is nog maar net zijn eigendom en hij wil er een Teahouse van maken. Thee is een algemeen goed hier, maar wel in beperkte soorten te krijgen: zwart of groen. Het doel en de ligging van het pand gaat vast een groot succes worden. Ik krijg een rondleiding en ben aangenaam verrast door het uitzicht op het dakterras. Fantastisch! Ruslan is zeer prettig gezelschap. Hij spreek vloeiend Duits vanwege zijn frequente bezoeken aan Duitsland en heeft daardoor de perfecte mengeling van het zich kunnen inleven in de Europeaan en is daarbij trotse Uzbeek. Na een lunch met lokale specialiteiten waarin we elkaar tips over en weer geven, nemen we afscheid en vervolg ik mijn weg richting bazaar. Nog even wat inkopen en dan maak ik mij op voor een rustige namiddag in de schaduw. Het is inmiddels weer bloed heet.
Na drie heerlijke overnachtingen is het tijd om te gaan. De volgende bestemming is Bukhara, zo’n 350 kilometer verderop. Na een hartelijk afscheid verlaat ik het oude Khiva, al slingerend tussen de minibusjes door. Het eerste deel gaat over een lokale weg langs de rivier de Amu Darja die Uzbekistan voor een groot gedeelte scheidt van Turkmenistan. De rivier is ook een van de redenen om deze route te nemen. Het zag er op de kaart heel indrukwekkend uit. De lokale weg gaat weer door de eerder genoemde dorpjes met de veelal lemen huizen in lintbebouwing. Ik geniet van de eenvoud van het leven, de activiteiten op het land, de overvolle hooiwagens, karren, ezels die voorbijtrekken, de rustieke kleuren van de huizen en het landschap, hier groen afgewisseld met goudgele graanvelden. Zo af en toe heb ik zicht op de rivier, die door het landschap meandert. Meestal zie ik alleen een aftakking, maar opeens komt hij in vol ornaat in beeld. Ik had al gezien op de kaart en op de navi, dat ik het laatste stuk van de lokale weg dicht tegen de grens met Turkmenistan zou rijden. Het is hier heuvelachtig en de rivier heeft zich door de jaren heen ingegraven in het zand. Wat een machtig gezicht. Dan doemt er een controlepost op. De eerste in Uzbekistan. Ze zijn streng en vragen naar mijn helmcamera. Vlak na de post moet ik via een brug de rivier over en ook die blijkt streng bewaakt. De beambte blijft wat ongemakkelijk naar de camera kijken en dus besluit ik hem weg te nemen. Balen. Net nu ik zo’n geweldig uitzicht tegemoet ga. De brug blijkt vol te staan met militairen. Er mag niet gefilmd en gefotografeerd worden en zoals ik al had verwacht, word ik geconfronteerd met het meest prachtige uitzicht als ik de brug over rij. De rivier is gigantisch, de kanten groen begroeid en er liggen talloze eilandjes waardoor er verschillende stroompjes ontstaan. Er staat veel wind. De zandige bodem wordt opgewaaid door de sterke wind net zoals het water, wat voor een extra dramatisch effect zorgt. Ik geniet volop en kan het niet laten om na de brug de camera weer op de helm te zetten, waarbij ik de helm nog even richting het water laat kijken. Wie weet heb ik dan toch nog een fragmentje van deze schoonheid vast weten te leggen.
Na de brug wordt het wegdek slecht, echt slecht. Ik rij inmiddels langs een kanaal. Ook met prachtige uitzichten. Het duurt dan ook relatief lang voordat ik de ‘snelweg’ in het oog krijg. Heet is het, ik ben immers nog steeds in woestijnlandschap en dat wordt nog eens extra duidelijk als ik de snelweg op draai. Een en al woestijn. Er is niks meer te zien van de groene weelderigheid bij de rivier. Net als overal, wordt ook hier veelvuldig aan de weg gewerkt waardoor mijn rit verloopt met hindernissen. Niet alleen de wegwerkzaamheden zijn daar de oorzaak van. Mijn motor blijkt zijn dag niet te hebben. Hij heeft geen power en als ik hem in zijn 5e (hoogste) versnelling schakel, is het helemaal bar. Er blijft niets over om in de vierde versnelling te rijden, waardoor (waarschijnlijk) de motor oververhit raakt en ik gedwongen word om een aantal keren te stoppen. Geen pretje, midden in de woestijn met temperaturen boven de 35 graden en nergens schaduw te bekennen. Het meest onprettige is toch wel mijn onrust over mijn motor. Natuurlijk weet ik best dat ik in de afgelopen dagen slecht voor hem ben geweest en zijn voeding heeft bestaan uit mineure benzine (maximaal 80 octaan) en onderhoud heb ik ook nog niet echt gepleegd. Ik hoop maar dat dat de oorzaken zijn…
Het zorgt in ieder geval voor nogal wat oponthoud en na een uur of zeven rij ik dan eindelijk toch wel behoorlijk moe Bukhara binnen. Mijn eerste gang is naar de bank. Via internet heb ik uitgevonden dat er hier eindelijk een bank is waar ik dollar ‘uit de muur kan trekken’ met mijn creditcard. Om vier uur loop ik de bank binnen die standaard wordt bewaakt (alle banken). De bewaker maant mij tot spoed en breng mij naar het juiste bureau. Daar aangekomen wacht mij onaangenaam nieuws. Het is inmiddels vier minuten over vier en de pinmogelijkheden kunnen helaas maar tot stipt vier uur plaats vinden. De internet verbinding is dan ook al verbroken. Dat betekent morgen terug komen. Chips… Ik ben nu met de motor hier en morgen heb ik geen zin om mij voor zoiets in mijn pak te hijsen.
Op zoek dan maar naar het door Hakim al gereserveerde hotel. Ideaal! Hij heeft voor mij dezelfde prijsafspraken gemaakt als bij hem: vijftig dollar voor drie nachten. Niks mis mee! Het hotel (hotel Fatima) blijkt ook hier midden in het oude centrum te liggen. Heerlijk: alles (behalve de bank) op loopafstand. Het heeft wel even wat voeten in de aarde om de motor op de binnenplaats te krijgen. Ik moet via steegjes naar achter rijden, waar de poort ook nog eens ernstig geblokkeerd is door de bouwvakkers die een gedeelte van het hotel aan het renoveren zijn. Het kennet! Heb wel hulp nodig, maar dat is geen probleem. De mannen komen uit alle hoeken toegesneld en binnen no time staat mijn brommer veilig binnen de poort.
Ik ben bekaf… Met moeite krijg ik mijn veel te zware Ortlieb tas naar boven, naar mijn kamer. Er kan nog net een douchje af en ik koop nog even snel wat in. Bij deze actie zie ik plotseling een motor staan voor een ander hotel/guesthouse. Het is wel een heel bijzonder exemplaar. De witte Tenere is volledig beschreven met opmerkingen en groetjes van de meest uiteenlopende mensen. Achterop prijkt een Zwitsers nummerbord maar als de eigenaar opduikt, blijkt het een Hongaar te zijn, Gabor. Hij heeft problemen met zijn motor en is op zoek naar een garage waar hij kan sleutelen. Als dat lukt vertrekt hij de volgende dag richting Tajikistan, Dushanbe. We zijn beiden hongerig, eten wat samen en spreken zo haf half wat af, maar ik merk al dat Gabor haast heeft om verder te komen. Na de vreselijke foute maaltijd: een niet al te lekkere hamburger, overvalt mij de vermoeidheid pas echt. Snel terug het hotel in en dan gaat bij mij het licht uit. Die nacht komt alle ellende redelijk letterlijk mijn lijf uit en draait het toilet overuren. In de morgen voel ik mij hondsberoerd maar moet naar de bank voor de dollars. De receptioniste had mij al uitgelegd dat er een bus rijdt, nummer 9, die bij de bank voorbij gaat. Niet geheel fit en nog steeds slecht ter been begeef ik mij naar de opstapplaats waar ik al snel in de bus kan stappen. Er is zelfs een zitplaats! Het is niet ver. De bewaker van gisteren herkent mij en ik word met voorrang naar het betreffende bureau geloodst. Ook daar ben ik meteen aan de beurt. Mijn paspoort hebben ze nodig en die heb ik niet bij me. Geheel vergeten. Ik bluf met mijn identiteitsbewijs en ja hoor, het lukt! Waarschijnlijk hadden ze nog medelijden vanwege gisteren, maar ik kan in ieder geval na een minuut of vijftien het pand verlaten met duizend dollar op zak. De procedure is niet zoals ik gewend ben: het is net alsof je betaald bij een winkel. Je doet een soort van pinbetaling, waarbij je dan ook nog wat formulieren moet invullen. Niks geen bankomaat: even kaart er in, pin intypen en daar is het geld. Pfff ben ik blij dat het dan toch nog zo snel gegaan is.
Blij met de dollars, maar zeker niet geheel fris ga ik terug naar het hotel en wel direct door naar mijn kamer. Ik vind mijn bed en verlaat het alleen voor de nodige toilet bezoeken. O, wat ben ik beroerd. Ik weet dat ik niks verkeerds gegeten heb en dat ik gewoon ziek ben van alle inspanningen gepaard met de hitte. Eindelijk heb ik tijd om ‘ziek’ te zijn.
Mijn laatste dag in Bukhara is net als in Khiva gereserveerd voor een stadsrondgang. Geen idee waar alles te vinden is. Ik heb mij slecht voorbereid. Nog niet geheel fris begin ik aan mijn sightseeingtour en alweer tref ik een regenachtige dag. De afgelopen twee dagen heb ik nog wel wat toeristen rond zien lopen, maar nu is het opvallend stil op straat. Niet echt gezellig. Ik loop richting de oude bazaar en onderweg hoor ik sinds lange tijd iemand Nederlands praten. Het blijkt een oudere heer te zijn die, zoals blijkt, elk jaar een week met zijn kleinzoon op pad gaat en dan wel naar de wat ongewonere oorden op deze aardbol. Wat een leuk idee! Moet ik in gedachten houden. Ik zou het super vinden om mijn neefjes eens mee te nemen naar dit soort landen. De Bazaar ligt er verlaten bij. Er zijn maar een paar verkopers zo actief geweest om hun kraampjes te openen. Ook hier is een oud stadsdeel, geheel ommuurd, zoals in Khiva. Bij aankomst aan de poort blijk ik te moeten betalen. Alle musea zijn dicht, er is geen kip te zien, ik ben niet echt fit, dus besluit mij om te draaien en de oude stad te laten voor wat het is. Op de terugweg word ik overvallen door een plensbui. Toch al wel behoorlijk nat schuil ik in een teahouse waar ik dan ook maar meteen gebruik maak van het aangebodene.
Als ik bijna terug ben bij mijn hotel, kom ik Ted tegen, een Amerikaan die met zijn rugzak onderweg is. En toevallig lopen we ook twee Russische dames: moeder en dochter, tegen het lijf. Ze verblijven net als ik in Hotel Fatima, waar ik ze gisterochtend al heb gezien bij het ontbijt. Ik merk op dat ik Uzbekistan en met name Bukhara eigenlijk wel behoorlijk Europees vind. Dat Bukhara wat mij betreft zo een stad in Europa zou kunnen zijn. Die opmerking veroorzaakt een uiterst bevreemde uitdrukking op de gezichten van de drie metgezellen. Ok. Wat is hier mis? Blijkbaar vind ik de situatie hier zo gewoon, heb ik mij alweer zo aangepast: ik ben op reis. Ik ben in de reis! eindelijk! Wel raar om te bedenken dat ik dit vier jaar geleden net zo heb meegemaakt: na een dagje ziek was ik eindelijk ‘gearriveerd’. Dit proces is denk ik moeilijk uit te leggen aan degenen die dit nog nooit hebben meegemaakt. Het is het gevoel eindelijk echt op reis te zijn. Alles om je heen wordt gewoon.
Er staat mij nog een belangrijk ding te doen voordat ik kan vertrekken: mijn motor heeft TLC nodig. Na wat rondvragen op FB kreeg ik inderdaad bevestigd dat de benzine en het standaard noodzakelijke onderhoud de oorzaak zouden kunnen zijn van het oververhit raken van de motor. Dat betekend sleutelen. Onder waakzaam oog van de bouwvakkers die hun eigen werk acuut vergeten, begin ik mijn motor te ontmantelen. Luchtfilter schoonmaken (was nodig), olie controleren (alles ok) en ik wil koelvloeistof bijvullen, maar dat heb ik niet. Handig al die mannen om mij heen, zij weten wel waar ik dat kan vinden. Dit keer spendeer ik een taxi om mij naar de Maschina (auto) Bazaar te brengen en kom niet veel later terug met de koelvloeistof. Er gaat maar weinig bij. Nu volgt het terugplaatsten van de verwijderde onderdelen, weer onder toeziend oog van de mannen. Hopelijk is mijn X tevreden. We zullen het zien. Ik ben voor de rest echt lief voor um, praat tegen hem en aai hem ook nog regelmatig, dus dat moet wel goedkomen.
De reis gaat verder naar Samarkand, voor mij de laatste stop hier in Uzbekistan. Het zijn tweehonderden tachtig kilometer; moet goed te doen zijn. Inmiddels heb ik al weer contact gehad met Hette. Hij heeft nog steeds problemen met zijn motor en is in Samarkand wachtende op een nieuwe benzinepomp. Het lijkt mij leuk hem weer eens te treffen dus op naar Bahodir Hostel, ook weer op een ‘prime location’! De rit er heen verloopt prima. Gelukkig is mijn X braaf en vertoond geen kuren meer. Onderweg tref ik een Duits echtpaar die hetzelfde traject al fietsend afleggen. Ongelofelijk. Ik heb enorm veel respect voor de vele fietsers die ditzelfde pad bewandelen. Ze zijn al veertien maanden onderweg en hebben nog evenzoveel tijd voor zich. Nu staan ze hier met pech aan een van de fietsen en proberen we een truck aan te houden die ze verder brengt naar Samarkand, waar het euvel verholpen kan worden. En met succes!
Samarkand is duidelijk groter dan Bukhara en als ik het hostel nader, word ik verrast door de prachtige Madrassa’s die blijkbaar om de hoek van het hostel liggen. In Bukhara had ik zo’n gewoon gevoel, maar hier voel ik duidelijk weer een vlammetje opbranden. Wow!
Bahodir Hostel wordt gerund door zeer vriendelijke behulpzame mensen, het duurt dan ook niet lang voordat mijn motor binnen de poort staat en ik mijn kamer kan betrekken: een drie persoonskamer voor mij alleen! Er is een binnenplaats/tuin die zo voor een theetuin kan doorgaan, echt super gezellig. Aan de bekende ‘ligtafels’ zitten een aantal gasten waaronder mijn grote vriend Hette. Het weerzien is warm (letterlijk en figuurlijk). Ik heb het zo te doen met hem. Zijn motor protesteert nog steeds, valt nog steeds regelmatig uit. Ik hoop dat de onderdelen snel ter plaatste zijn, maar daar heeft het geen enkele schijn van.
Mijn programma hier in Samarkand wordt een herhalingsrecept van de vorige plaatsen: 3 overnachtingen. Vandaag niet veel, morgen nog minder en dan de derde dag de toerist uithangen. Natuurlijk zonder de herhaling van een dagje ziek zijn.
Met elke kilometer die ik verder kom, verandert de sfeer. Er komen steeds meer andere toeristen/ reizigers in beeld. Het contact met de lokale bevolking wordt ook minder. Dit hostel is een typische verzamelplaats voor reizigers en dat merk je ook. Ik merk ook, dat ik in dit gezelschap wat uit de toon val: vrouw en (relatief) oud. De meesten zijn hooguit dertig. Het is leuk om andere reizigers te treffen, maar ik weet niet of ik dit ambieer. Hette en ik gaan samen wat eten en lopen dan in de schemer richting de Madrassa’s. Het zijn er drie, allemaal in verschillende tijden gebouwd, staand rondom een plein. Ik ben betoverd, wat prachtig. Als ik er heen loop overvalt mij dezelfde magie als die ik had bij de Taj Mahal. Iets ongrijpbaar moois.
Aangegrepen door deze pracht wijk ik af van mijn originele plan en ga op dag twee meteen weer naar de Madrassa’s gewapend met mijn fototoestel. Op de weg naar de Madrassa’s loop ik door het park en ben verbaasd om daar een hele ploeg dames aan te treffen die geheel in het wit gekleed het park drastisch aan het schoonmaken zijn.
Het is raar maar net als bij de Taj Mahal neem ik het natuurlijk rete commerciële aanbod aan van een dame die zich opwerpt als gids. En wat schetst mijn verbazing: Een van de architecten heeft later meegeholpen met het ontwerp van de Taj Mahal! Ik geniet van deze bijzondere gebouwen, waarvan de eerste is gebouwd in opdracht van de kleinzoon van Timur, die vooral een militair heerser was. De kleinzoon, Ulug Bey, is meer gericht op onderwijs, wat hij bewijst met de bouw van deze universiteiten. Zijn opa is verantwoordelijk voor de bouw van het plein (Registan). Toch wel leuk zo’n gids zo af en toe, hoewel deze dame probeert zich er gemakkelijk van af te maken door als een soort van bandrecorder de info over de gebouwen op te dreunen. Ik kan het niet laten om af en toe wat ruw op de stopknop te drukken door een vraag te stellen. She’s not amuzed. 🙂
In de middag herhaal ik mijn gebruikelijke ritueel: inkopen, naar het hostel en ‘niks’ doen, oftewel: de laptop komt boven tafel en ik schrijf wat en verwerk de foto’s die ik heb genomen. Heerlijk met een pot thee en meloen, aangeboden door het huis.
Omdat mijn linkerbeen en mijn rechter voet nog steeds niet echt pijnvrij zijn, mijn linkerbeen zwelt steeds behoorlijk op, lijkt het mij slim om eens gebruik te gaan maken van de gratis gezondheidszorg hier in Uzbekistan. Tegenover het hostel is een ziekenhuis en de hostel eigenaar gaat welwillend met mij mee. Ik ben benieuwd! We komen binnen en de benedenverdieping mag niet bepaald modern genoemd worden, maar kan er aardig mee door. Ik mag na wat wachten een kamertje binnen, waar een oudere arts(?) achter een bureau zit en een jongere arts zich met mijn linkerbeen gaat bemoeien. Hij kijkt en zegt meteen: antibiotica nemen. Tja, dat vind ik wat kort door de bocht. Als hij weg is kijk ik de oudere arts aan en hij zegt wat ik al dacht: het is al goed aan het genezen: nog een paar dagen rustig aan doen, been hoog leggen en niet te veel lopen. Voor mijn voet mag ik naar de eerste verdieping. Die ziet er toch wel wat anders uit, de verdieping. Behoorlijk vervallen. Het zeil op de vloer is overal ingescheurd, het lijkt op een in elkaar gezette puzzel. Het gebouw is veertig jaar oud en ziet er uit alsof er na de bouw niks meer aan gedaan is. Een heel ander beeld als dat ik van Uzbekistan had verwacht. Het ziet er overal aan de buitenkant best verzorgd uit.
Er moet een röntgen foto gemaakt worden van mijn voet. Als ik het kamertje betreed waar het apparaat staat, schiet ik in de lach. Echt, dit exemplaar heeft mijn oma niet eens meer meegemaakt. Na de opname verdwijnt de grappige radioloog in zijn lab en komt na een paar minuten met een knappe foto van mijn gelukkig op botniveau ongeschonden voet weer tevoorschijn.
Ondanks de waarschuwing om mijn benen rust te gunnen, wil ik die middag toch nog even naar de bazaar. Die blijkt iets verder weg dan gepland en ook tref ik in dat deel van de stad opnieuw een aantal prachtige gebouwen aan, waaronder een Moskee. Het wordt dus niet bepaald uitrusten! Op de bazaar is het een drukte van jewelste voornamelijk van lokale bevolking die er zijn maaltijd inkoopt. Hier geniet ik echt van. Even weg van de toeristische trekpleisters. Voor de bazaar blijkt ook het vervoersknooppunt te zijn. Busjes, taxi’s alles krioelt door elkaar. Ook ik doe mijn inkopen en besluit dan toch maar gehoor te geven aan de raad van de arts: terug naar het hostel en rust voor de rest van de dag. Morgen wacht een lange reisdag. Ik ga naar Tajikistan waar de Pamir Highway op mij wacht. Hette is gisteren al vertrokken richting Tashkent. Zijn pakje is nog steeds niet in beeld en inmiddels zijn er een aantal motorrijders gearriveerd die de Pamir achter zich hebben. Ik hoor de meest uiteenlopende verhalen en begin mij toch wel langzaam zorgen te maken. Kan ik het aan?
Recente reacties